De of het zomergerst?
De zomergerst
Is het de of het zomergerst
In de Nederlandse taal gebruiken wij de zomergerst.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: spring barley
Deutsch: Sommergerste | Bekijk of het der of die Sommergerste is.
Français: orge de printemps | Bekijk of het Le o La orge de printemps is.
Jou of jouw: jouw zomergerst
Buigings-e:
Mooi of mooie zomergerst
Groot of grote zomergerst
Half of halve zomergerst
Grappig of grappige zomergerst
Leeg of lege zomergerst
leuk of leuke zomergerst
Vet of vette zomergerst
Snel of snelle zomergerst
Wit of witte zomergerst
Klein of kleine zomergerst
Rood of rode zomergerst
Dik of dikke zomergerst
Oud of oude zomergerst
Goed of goede zomergerst
Wat rijmt er op zomergerst
Elk of elke: Elke zomergerst
Aanwijzend voornaamwoord: Die zomergerst
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zomergerst
Wat rijmt er op zomergerst
Buigings-e:
Mooi of mooie zomergerst
Groot of grote zomergerst
Half of halve zomergerst
Grappig of grappige zomergerst
Leeg of lege zomergerst
leuk of leuke zomergerst
Vet of vette zomergerst
Snel of snelle zomergerst
Wit of witte zomergerst
Klein of kleine zomergerst
Rood of rode zomergerst
Dik of dikke zomergerst
Oud of oude zomergerst
Goed of goede zomergerst
Wat rijmt er op zomergerst
Elk of elke: Elke zomergerst
Aanwijzend voornaamwoord: Die zomergerst
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zomergerst
Wat rijmt er op zomergerst
Oefening van de dag