De of het velddoelpunt?
De velddoelpunt
Is het de of het velddoelpunt
In de Nederlandse taal gebruiken wij de velddoelpunt.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: field goal
Deutsch: Field Goal | Bekijk of het der of die Field Goal is.
Français: field goal | Bekijk of het Le o La field goal is.
Jou of jouw: jouw velddoelpunt
Buigings-e:
Mooi of mooie velddoelpunt
Groot of grote velddoelpunt
Half of halve velddoelpunt
Grappig of grappige velddoelpunt
Leeg of lege velddoelpunt
leuk of leuke velddoelpunt
Vet of vette velddoelpunt
Snel of snelle velddoelpunt
Wit of witte velddoelpunt
Klein of kleine velddoelpunt
Rood of rode velddoelpunt
Dik of dikke velddoelpunt
Oud of oude velddoelpunt
Goed of goede velddoelpunt
Wat rijmt er op velddoelpunt
Elk of elke: Elke velddoelpunt
Aanwijzend voornaamwoord: Die velddoelpunt
Bezittelijk voornaamwoord: Onze velddoelpunt
Wat rijmt er op velddoelpunt
Buigings-e:
Mooi of mooie velddoelpunt
Groot of grote velddoelpunt
Half of halve velddoelpunt
Grappig of grappige velddoelpunt
Leeg of lege velddoelpunt
leuk of leuke velddoelpunt
Vet of vette velddoelpunt
Snel of snelle velddoelpunt
Wit of witte velddoelpunt
Klein of kleine velddoelpunt
Rood of rode velddoelpunt
Dik of dikke velddoelpunt
Oud of oude velddoelpunt
Goed of goede velddoelpunt
Wat rijmt er op velddoelpunt
Elk of elke: Elke velddoelpunt
Aanwijzend voornaamwoord: Die velddoelpunt
Bezittelijk voornaamwoord: Onze velddoelpunt
Wat rijmt er op velddoelpunt
Oefening van de dag