De of het uitleningstermijn?

De uitleningstermijn

Is het de of het uitleningstermijn

In de Nederlandse taal gebruiken wij de uitleningstermijn.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: lending period

Jou of jouw: jouw uitleningstermijn

Buigings-e:
Mooi of mooie uitleningstermijn
Groot of grote uitleningstermijn
Half of halve uitleningstermijn
Grappig of grappige uitleningstermijn
Leeg of lege uitleningstermijn
leuk of leuke uitleningstermijn
Vet of vette uitleningstermijn
Snel of snelle uitleningstermijn
Wit of witte uitleningstermijn
Klein of kleine uitleningstermijn
Rood of rode uitleningstermijn
Dik of dikke uitleningstermijn
Oud of oude uitleningstermijn
Goed of goede uitleningstermijn
Wat rijmt er op uitleningstermijn

Elk of elke: Elke uitleningstermijn
Aanwijzend voornaamwoord: Die uitleningstermijn
Bezittelijk voornaamwoord: Onze uitleningstermijn
Wat rijmt er op uitleningstermijn

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat