De of het toetsingsgrootheid?

De toetsingsgrootheid

Is het de of het toetsingsgrootheid

In de Nederlandse taal gebruiken wij de toetsingsgrootheid.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: statistic
Deutsch: statistisch | Bekijk of het der of die statistisch is.
Français: statistique | Bekijk of het Le o La statistique is.

Jou of jouw: jouw toetsingsgrootheid

Buigings-e:
Mooi of mooie toetsingsgrootheid
Groot of grote toetsingsgrootheid
Half of halve toetsingsgrootheid
Grappig of grappige toetsingsgrootheid
Leeg of lege toetsingsgrootheid
leuk of leuke toetsingsgrootheid
Vet of vette toetsingsgrootheid
Snel of snelle toetsingsgrootheid
Wit of witte toetsingsgrootheid
Klein of kleine toetsingsgrootheid
Rood of rode toetsingsgrootheid
Dik of dikke toetsingsgrootheid
Oud of oude toetsingsgrootheid
Goed of goede toetsingsgrootheid
Wat rijmt er op toetsingsgrootheid

Elk of elke: Elke toetsingsgrootheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die toetsingsgrootheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze toetsingsgrootheid
Wat rijmt er op toetsingsgrootheid

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat