De of het thuisdoelman?
De thuisdoelman
Is het de of het thuisdoelman
In de Nederlandse taal gebruiken wij de thuisdoelman.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: goalie
Deutsch: Heimmannschaft | Bekijk of het der of die Heimmannschaft is.
Français: Accueil gardien | Bekijk of het Le o La Accueil gardien is.
Jou of jouw: jouw thuisdoelman
Buigings-e:
Mooi of mooie thuisdoelman
Groot of grote thuisdoelman
Half of halve thuisdoelman
Grappig of grappige thuisdoelman
Leeg of lege thuisdoelman
leuk of leuke thuisdoelman
Vet of vette thuisdoelman
Snel of snelle thuisdoelman
Wit of witte thuisdoelman
Klein of kleine thuisdoelman
Rood of rode thuisdoelman
Dik of dikke thuisdoelman
Oud of oude thuisdoelman
Goed of goede thuisdoelman
Wat rijmt er op thuisdoelman
Elk of elke: Elke thuisdoelman
Aanwijzend voornaamwoord: Die thuisdoelman
Bezittelijk voornaamwoord: Onze thuisdoelman
Wat rijmt er op thuisdoelman
Buigings-e:
Mooi of mooie thuisdoelman
Groot of grote thuisdoelman
Half of halve thuisdoelman
Grappig of grappige thuisdoelman
Leeg of lege thuisdoelman
leuk of leuke thuisdoelman
Vet of vette thuisdoelman
Snel of snelle thuisdoelman
Wit of witte thuisdoelman
Klein of kleine thuisdoelman
Rood of rode thuisdoelman
Dik of dikke thuisdoelman
Oud of oude thuisdoelman
Goed of goede thuisdoelman
Wat rijmt er op thuisdoelman
Elk of elke: Elke thuisdoelman
Aanwijzend voornaamwoord: Die thuisdoelman
Bezittelijk voornaamwoord: Onze thuisdoelman
Wat rijmt er op thuisdoelman
Oefening van de dag
