De of het straatjochie?
De straatjochie
Is het de of het straatjochie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de straatjochie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: street kid
Deutsch: Straßenkind | Bekijk of het der of die Straßenkind is.
Français: enfant de la rue | Bekijk of het Le o La enfant de la rue is.
Jou of jouw: jouw straatjochie
Buigings-e:
Mooi of mooie straatjochie
Groot of grote straatjochie
Half of halve straatjochie
Grappig of grappige straatjochie
Leeg of lege straatjochie
leuk of leuke straatjochie
Vet of vette straatjochie
Snel of snelle straatjochie
Wit of witte straatjochie
Klein of kleine straatjochie
Rood of rode straatjochie
Dik of dikke straatjochie
Oud of oude straatjochie
Goed of goede straatjochie
Wat rijmt er op straatjochie
Elk of elke: Elke straatjochie
Aanwijzend voornaamwoord: Die straatjochie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze straatjochie
Wat rijmt er op straatjochie
Buigings-e:
Mooi of mooie straatjochie
Groot of grote straatjochie
Half of halve straatjochie
Grappig of grappige straatjochie
Leeg of lege straatjochie
leuk of leuke straatjochie
Vet of vette straatjochie
Snel of snelle straatjochie
Wit of witte straatjochie
Klein of kleine straatjochie
Rood of rode straatjochie
Dik of dikke straatjochie
Oud of oude straatjochie
Goed of goede straatjochie
Wat rijmt er op straatjochie
Elk of elke: Elke straatjochie
Aanwijzend voornaamwoord: Die straatjochie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze straatjochie
Wat rijmt er op straatjochie
Oefening van de dag