De of het stadskledij?
De stadskledij
Is het de of het stadskledij
In de Nederlandse taal gebruiken wij de stadskledij.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: business attire
Deutsch: Stadtkleidung | Bekijk of het der of die Stadtkleidung is.
Français: vĂȘtements de ville | Bekijk of het Le o La vĂȘtements de ville is.
Jou of jouw: jouw stadskledij
Buigings-e:
Mooi of mooie stadskledij
Groot of grote stadskledij
Half of halve stadskledij
Grappig of grappige stadskledij
Leeg of lege stadskledij
leuk of leuke stadskledij
Vet of vette stadskledij
Snel of snelle stadskledij
Wit of witte stadskledij
Klein of kleine stadskledij
Rood of rode stadskledij
Dik of dikke stadskledij
Oud of oude stadskledij
Goed of goede stadskledij
Wat rijmt er op stadskledij
Elk of elke: Elke stadskledij
Aanwijzend voornaamwoord: Die stadskledij
Bezittelijk voornaamwoord: Onze stadskledij
Wat rijmt er op stadskledij
Buigings-e:
Mooi of mooie stadskledij
Groot of grote stadskledij
Half of halve stadskledij
Grappig of grappige stadskledij
Leeg of lege stadskledij
leuk of leuke stadskledij
Vet of vette stadskledij
Snel of snelle stadskledij
Wit of witte stadskledij
Klein of kleine stadskledij
Rood of rode stadskledij
Dik of dikke stadskledij
Oud of oude stadskledij
Goed of goede stadskledij
Wat rijmt er op stadskledij
Elk of elke: Elke stadskledij
Aanwijzend voornaamwoord: Die stadskledij
Bezittelijk voornaamwoord: Onze stadskledij
Wat rijmt er op stadskledij
Oefening van de dag