De of het staalkaart?
De staalkaart
Is het de of het staalkaart
In de Nederlandse taal gebruiken wij de staalkaart.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: sample
Deutsch: Probe | Bekijk of het der of die Probe is.
Français: échantillon | Bekijk of het Le o La échantillon is.
Jou of jouw: jouw staalkaart
Buigings-e:
Mooi of mooie staalkaart
Groot of grote staalkaart
Half of halve staalkaart
Grappig of grappige staalkaart
Leeg of lege staalkaart
leuk of leuke staalkaart
Vet of vette staalkaart
Snel of snelle staalkaart
Wit of witte staalkaart
Klein of kleine staalkaart
Rood of rode staalkaart
Dik of dikke staalkaart
Oud of oude staalkaart
Goed of goede staalkaart
Wat rijmt er op staalkaart
Elk of elke: Elke staalkaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die staalkaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze staalkaart
Wat rijmt er op staalkaart
Buigings-e:
Mooi of mooie staalkaart
Groot of grote staalkaart
Half of halve staalkaart
Grappig of grappige staalkaart
Leeg of lege staalkaart
leuk of leuke staalkaart
Vet of vette staalkaart
Snel of snelle staalkaart
Wit of witte staalkaart
Klein of kleine staalkaart
Rood of rode staalkaart
Dik of dikke staalkaart
Oud of oude staalkaart
Goed of goede staalkaart
Wat rijmt er op staalkaart
Elk of elke: Elke staalkaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die staalkaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze staalkaart
Wat rijmt er op staalkaart
Oefening van de dag