De of het schuifdeur?
De schuifdeur
Is het de of het schuifdeur
In de Nederlandse taal gebruiken wij de schuifdeur.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: sliding door
Deutsch: schiebetür | Bekijk of het der of die schiebetür is.
Français: porte coulissante | Bekijk of het Le o La porte coulissante is.
Jou of jouw: jouw schuifdeur
Buigings-e:
Mooi of mooie schuifdeur
Groot of grote schuifdeur
Half of halve schuifdeur
Grappig of grappige schuifdeur
Leeg of lege schuifdeur
leuk of leuke schuifdeur
Vet of vette schuifdeur
Snel of snelle schuifdeur
Wit of witte schuifdeur
Klein of kleine schuifdeur
Rood of rode schuifdeur
Dik of dikke schuifdeur
Oud of oude schuifdeur
Goed of goede schuifdeur
Wat rijmt er op schuifdeur
Elk of elke: Elke schuifdeur
Aanwijzend voornaamwoord: Die schuifdeur
Bezittelijk voornaamwoord: Onze schuifdeur
Wat rijmt er op schuifdeur
Buigings-e:
Mooi of mooie schuifdeur
Groot of grote schuifdeur
Half of halve schuifdeur
Grappig of grappige schuifdeur
Leeg of lege schuifdeur
leuk of leuke schuifdeur
Vet of vette schuifdeur
Snel of snelle schuifdeur
Wit of witte schuifdeur
Klein of kleine schuifdeur
Rood of rode schuifdeur
Dik of dikke schuifdeur
Oud of oude schuifdeur
Goed of goede schuifdeur
Wat rijmt er op schuifdeur
Elk of elke: Elke schuifdeur
Aanwijzend voornaamwoord: Die schuifdeur
Bezittelijk voornaamwoord: Onze schuifdeur
Wat rijmt er op schuifdeur
Oefening van de dag