De of het risicotabel?
De risicotabel
Is het de of het risicotabel
In de Nederlandse taal gebruiken wij de risicotabel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Risk table
Jou of jouw: jouw risicotabel
Buigings-e:
Mooi of mooie risicotabel
Groot of grote risicotabel
Half of halve risicotabel
Grappig of grappige risicotabel
Leeg of lege risicotabel
leuk of leuke risicotabel
Vet of vette risicotabel
Snel of snelle risicotabel
Wit of witte risicotabel
Klein of kleine risicotabel
Rood of rode risicotabel
Dik of dikke risicotabel
Oud of oude risicotabel
Goed of goede risicotabel
Wat rijmt er op risicotabel
Elk of elke: Elke risicotabel
Aanwijzend voornaamwoord: Die risicotabel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze risicotabel
Wat rijmt er op risicotabel
Buigings-e:
Mooi of mooie risicotabel
Groot of grote risicotabel
Half of halve risicotabel
Grappig of grappige risicotabel
Leeg of lege risicotabel
leuk of leuke risicotabel
Vet of vette risicotabel
Snel of snelle risicotabel
Wit of witte risicotabel
Klein of kleine risicotabel
Rood of rode risicotabel
Dik of dikke risicotabel
Oud of oude risicotabel
Goed of goede risicotabel
Wat rijmt er op risicotabel
Elk of elke: Elke risicotabel
Aanwijzend voornaamwoord: Die risicotabel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze risicotabel
Wat rijmt er op risicotabel
Oefening van de dag