De of het reis?
De reis
Is het de of het reis
In de Nederlandse taal gebruiken wij de reis.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Bekijk hier de betekenis van reis
Meervoud: reizen
Deutsch: Fahrt | Bekijk of het der of die Fahrt is.
Français: voyage | Bekijk of het Le o La voyage is.
Jou of jouw: jouw reis
Buigings-e:
Mooi of mooie reis
Groot of grote reis
Half of halve reis
Grappig of grappige reis
Leeg of lege reis
leuk of leuke reis
Vet of vette reis
Snel of snelle reis
Wit of witte reis
Klein of kleine reis
Rood of rode reis
Dik of dikke reis
Oud of oude reis
Goed of goede reis
Wat rijmt er op reis
Elk of elke: Elke reis
Aanwijzend voornaamwoord: Die reis
Bezittelijk voornaamwoord: Onze reis
Wat rijmt er op reis
voetreis - rondreis - groepsreis -
Buigings-e:
Mooi of mooie reis
Groot of grote reis
Half of halve reis
Grappig of grappige reis
Leeg of lege reis
leuk of leuke reis
Vet of vette reis
Snel of snelle reis
Wit of witte reis
Klein of kleine reis
Rood of rode reis
Dik of dikke reis
Oud of oude reis
Goed of goede reis
Wat rijmt er op reis
Elk of elke: Elke reis
Aanwijzend voornaamwoord: Die reis
Bezittelijk voornaamwoord: Onze reis
Wat rijmt er op reis
voetreis - rondreis - groepsreis -
Oefening van de dag
