De of het persoonsidentiteit?
De persoonsidentiteit
Is het de of het persoonsidentiteit
In de Nederlandse taal gebruiken wij de persoonsidentiteit.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: personal identity
Jou of jouw: jouw persoonsidentiteit
Buigings-e:
Mooi of mooie persoonsidentiteit
Groot of grote persoonsidentiteit
Half of halve persoonsidentiteit
Grappig of grappige persoonsidentiteit
Leeg of lege persoonsidentiteit
leuk of leuke persoonsidentiteit
Vet of vette persoonsidentiteit
Snel of snelle persoonsidentiteit
Wit of witte persoonsidentiteit
Klein of kleine persoonsidentiteit
Rood of rode persoonsidentiteit
Dik of dikke persoonsidentiteit
Oud of oude persoonsidentiteit
Goed of goede persoonsidentiteit
Wat rijmt er op persoonsidentiteit
Elk of elke: Elke persoonsidentiteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die persoonsidentiteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze persoonsidentiteit
Wat rijmt er op persoonsidentiteit
Buigings-e:
Mooi of mooie persoonsidentiteit
Groot of grote persoonsidentiteit
Half of halve persoonsidentiteit
Grappig of grappige persoonsidentiteit
Leeg of lege persoonsidentiteit
leuk of leuke persoonsidentiteit
Vet of vette persoonsidentiteit
Snel of snelle persoonsidentiteit
Wit of witte persoonsidentiteit
Klein of kleine persoonsidentiteit
Rood of rode persoonsidentiteit
Dik of dikke persoonsidentiteit
Oud of oude persoonsidentiteit
Goed of goede persoonsidentiteit
Wat rijmt er op persoonsidentiteit
Elk of elke: Elke persoonsidentiteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die persoonsidentiteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze persoonsidentiteit
Wat rijmt er op persoonsidentiteit
Oefening van de dag