De of het parcours?
Het parcours
Is het de of het parcours
In de Nederlandse taal gebruiken wij het parcours.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: trail
Deutsch: Spur | Bekijk of het der of die Spur is.
Français: sentier | Bekijk of het Le o La sentier is.
Jou of jouw: jouw parcours
Buigings-e:
Mooi of mooie parcours
Groot of grote parcours
Half of halve parcours
Grappig of grappige parcours
Leeg of lege parcours
leuk of leuke parcours
Vet of vette parcours
Snel of snelle parcours
Wit of witte parcours
Klein of kleine parcours
Rood of rode parcours
Dik of dikke parcours
Oud of oude parcours
Goed of goede parcours
Wat rijmt er op parcours
Elk of elke: Elk parcours
Aanwijzend voornaamwoord: Dat parcours
Bezittelijk voornaamwoord: Ons parcours
Wat rijmt er op parcours
Buigings-e:
Mooi of mooie parcours
Groot of grote parcours
Half of halve parcours
Grappig of grappige parcours
Leeg of lege parcours
leuk of leuke parcours
Vet of vette parcours
Snel of snelle parcours
Wit of witte parcours
Klein of kleine parcours
Rood of rode parcours
Dik of dikke parcours
Oud of oude parcours
Goed of goede parcours
Wat rijmt er op parcours
Elk of elke: Elk parcours
Aanwijzend voornaamwoord: Dat parcours
Bezittelijk voornaamwoord: Ons parcours
Wat rijmt er op parcours
Oefening van de dag