De of het omroepbestel?
Het omroepbestel
Is het de of het omroepbestel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het omroepbestel.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: broadcasting
Deutsch: Rundfunk | Bekijk of het der of die Rundfunk is.
Français: radiodiffusion | Bekijk of het Le o La radiodiffusion is.
Jou of jouw: jouw omroepbestel
Buigings-e:
Mooi of mooie omroepbestel
Groot of grote omroepbestel
Half of halve omroepbestel
Grappig of grappige omroepbestel
Leeg of lege omroepbestel
leuk of leuke omroepbestel
Vet of vette omroepbestel
Snel of snelle omroepbestel
Wit of witte omroepbestel
Klein of kleine omroepbestel
Rood of rode omroepbestel
Dik of dikke omroepbestel
Oud of oude omroepbestel
Goed of goede omroepbestel
Wat rijmt er op omroepbestel
Elk of elke: Elk omroepbestel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat omroepbestel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons omroepbestel
Wat rijmt er op omroepbestel
Buigings-e:
Mooi of mooie omroepbestel
Groot of grote omroepbestel
Half of halve omroepbestel
Grappig of grappige omroepbestel
Leeg of lege omroepbestel
leuk of leuke omroepbestel
Vet of vette omroepbestel
Snel of snelle omroepbestel
Wit of witte omroepbestel
Klein of kleine omroepbestel
Rood of rode omroepbestel
Dik of dikke omroepbestel
Oud of oude omroepbestel
Goed of goede omroepbestel
Wat rijmt er op omroepbestel
Elk of elke: Elk omroepbestel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat omroepbestel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons omroepbestel
Wat rijmt er op omroepbestel
Oefening van de dag