De of het omgangstaal?
De omgangstaal
Is het de of het omgangstaal
In de Nederlandse taal gebruiken wij de omgangstaal.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: colloquial language
Deutsch: Umgangssprache | Bekijk of het der of die Umgangssprache is.
Français: langage familier | Bekijk of het Le o La langage familier is.
Jou of jouw: jouw omgangstaal
Buigings-e:
Mooi of mooie omgangstaal
Groot of grote omgangstaal
Half of halve omgangstaal
Grappig of grappige omgangstaal
Leeg of lege omgangstaal
leuk of leuke omgangstaal
Vet of vette omgangstaal
Snel of snelle omgangstaal
Wit of witte omgangstaal
Klein of kleine omgangstaal
Rood of rode omgangstaal
Dik of dikke omgangstaal
Oud of oude omgangstaal
Goed of goede omgangstaal
Wat rijmt er op omgangstaal
Elk of elke: Elke omgangstaal
Aanwijzend voornaamwoord: Die omgangstaal
Bezittelijk voornaamwoord: Onze omgangstaal
Wat rijmt er op omgangstaal
Buigings-e:
Mooi of mooie omgangstaal
Groot of grote omgangstaal
Half of halve omgangstaal
Grappig of grappige omgangstaal
Leeg of lege omgangstaal
leuk of leuke omgangstaal
Vet of vette omgangstaal
Snel of snelle omgangstaal
Wit of witte omgangstaal
Klein of kleine omgangstaal
Rood of rode omgangstaal
Dik of dikke omgangstaal
Oud of oude omgangstaal
Goed of goede omgangstaal
Wat rijmt er op omgangstaal
Elk of elke: Elke omgangstaal
Aanwijzend voornaamwoord: Die omgangstaal
Bezittelijk voornaamwoord: Onze omgangstaal
Wat rijmt er op omgangstaal
Oefening van de dag
