De of het obligatie?
De obligatie
Is het de of het obligatie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de obligatie.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Obligatie is vrouwelijk
English: bond
Deutsch: Anleihe | Bekijk of het der of die Anleihe is.
Français: lien | Bekijk of het Le o La lien is.
Jou of jouw: jouw obligatie
Buigings-e:
Mooi of mooie obligatie
Groot of grote obligatie
Half of halve obligatie
Grappig of grappige obligatie
Leeg of lege obligatie
leuk of leuke obligatie
Vet of vette obligatie
Snel of snelle obligatie
Wit of witte obligatie
Klein of kleine obligatie
Rood of rode obligatie
Dik of dikke obligatie
Oud of oude obligatie
Goed of goede obligatie
Wat rijmt er op obligatie
Elk of elke: Elke obligatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die obligatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze obligatie
Wat rijmt er op obligatie
premieobligatie - bedrijfsobligatie - euro-obligatie -
Buigings-e:
Mooi of mooie obligatie
Groot of grote obligatie
Half of halve obligatie
Grappig of grappige obligatie
Leeg of lege obligatie
leuk of leuke obligatie
Vet of vette obligatie
Snel of snelle obligatie
Wit of witte obligatie
Klein of kleine obligatie
Rood of rode obligatie
Dik of dikke obligatie
Oud of oude obligatie
Goed of goede obligatie
Wat rijmt er op obligatie
Elk of elke: Elke obligatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die obligatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze obligatie
Wat rijmt er op obligatie
premieobligatie - bedrijfsobligatie - euro-obligatie -
Oefening van de dag