De of het nederdaling?
De nederdaling
Is het de of het nederdaling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de nederdaling.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: descent
Deutsch: Abstieg | Bekijk of het der of die Abstieg is.
Français: descente | Bekijk of het Le o La descente is.
Jou of jouw: jouw nederdaling
Buigings-e:
Mooi of mooie nederdaling
Groot of grote nederdaling
Half of halve nederdaling
Grappig of grappige nederdaling
Leeg of lege nederdaling
leuk of leuke nederdaling
Vet of vette nederdaling
Snel of snelle nederdaling
Wit of witte nederdaling
Klein of kleine nederdaling
Rood of rode nederdaling
Dik of dikke nederdaling
Oud of oude nederdaling
Goed of goede nederdaling
Wat rijmt er op nederdaling
Elk of elke: Elke nederdaling
Aanwijzend voornaamwoord: Die nederdaling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze nederdaling
Wat rijmt er op nederdaling
Buigings-e:
Mooi of mooie nederdaling
Groot of grote nederdaling
Half of halve nederdaling
Grappig of grappige nederdaling
Leeg of lege nederdaling
leuk of leuke nederdaling
Vet of vette nederdaling
Snel of snelle nederdaling
Wit of witte nederdaling
Klein of kleine nederdaling
Rood of rode nederdaling
Dik of dikke nederdaling
Oud of oude nederdaling
Goed of goede nederdaling
Wat rijmt er op nederdaling
Elk of elke: Elke nederdaling
Aanwijzend voornaamwoord: Die nederdaling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze nederdaling
Wat rijmt er op nederdaling
Oefening van de dag
