De of het natuurschoon?
Het natuurschoon
Is het de of het natuurschoon
In de Nederlandse taal gebruiken wij het natuurschoon.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: natural beauty
Deutsch: Landschaft | Bekijk of het der of die Landschaft is.
Français: paysage | Bekijk of het Le o La paysage is.
Jou of jouw: jouw natuurschoon
Buigings-e:
Mooi of mooie natuurschoon
Groot of grote natuurschoon
Half of halve natuurschoon
Grappig of grappige natuurschoon
Leeg of lege natuurschoon
leuk of leuke natuurschoon
Vet of vette natuurschoon
Snel of snelle natuurschoon
Wit of witte natuurschoon
Klein of kleine natuurschoon
Rood of rode natuurschoon
Dik of dikke natuurschoon
Oud of oude natuurschoon
Goed of goede natuurschoon
Wat rijmt er op natuurschoon
Elk of elke: Elk natuurschoon
Aanwijzend voornaamwoord: Dat natuurschoon
Bezittelijk voornaamwoord: Ons natuurschoon
Wat rijmt er op natuurschoon
Buigings-e:
Mooi of mooie natuurschoon
Groot of grote natuurschoon
Half of halve natuurschoon
Grappig of grappige natuurschoon
Leeg of lege natuurschoon
leuk of leuke natuurschoon
Vet of vette natuurschoon
Snel of snelle natuurschoon
Wit of witte natuurschoon
Klein of kleine natuurschoon
Rood of rode natuurschoon
Dik of dikke natuurschoon
Oud of oude natuurschoon
Goed of goede natuurschoon
Wat rijmt er op natuurschoon
Elk of elke: Elk natuurschoon
Aanwijzend voornaamwoord: Dat natuurschoon
Bezittelijk voornaamwoord: Ons natuurschoon
Wat rijmt er op natuurschoon
Oefening van de dag
