De of het nabloeding?
De nabloeding
Is het de of het nabloeding
In de Nederlandse taal gebruiken wij de nabloeding.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: bleeding
Deutsch: Blutung | Bekijk of het der of die Blutung is.
Français: saignement | Bekijk of het Le o La saignement is.
Jou of jouw: jouw nabloeding
Buigings-e:
Mooi of mooie nabloeding
Groot of grote nabloeding
Half of halve nabloeding
Grappig of grappige nabloeding
Leeg of lege nabloeding
leuk of leuke nabloeding
Vet of vette nabloeding
Snel of snelle nabloeding
Wit of witte nabloeding
Klein of kleine nabloeding
Rood of rode nabloeding
Dik of dikke nabloeding
Oud of oude nabloeding
Goed of goede nabloeding
Wat rijmt er op nabloeding
Elk of elke: Elke nabloeding
Aanwijzend voornaamwoord: Die nabloeding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze nabloeding
Wat rijmt er op nabloeding
Buigings-e:
Mooi of mooie nabloeding
Groot of grote nabloeding
Half of halve nabloeding
Grappig of grappige nabloeding
Leeg of lege nabloeding
leuk of leuke nabloeding
Vet of vette nabloeding
Snel of snelle nabloeding
Wit of witte nabloeding
Klein of kleine nabloeding
Rood of rode nabloeding
Dik of dikke nabloeding
Oud of oude nabloeding
Goed of goede nabloeding
Wat rijmt er op nabloeding
Elk of elke: Elke nabloeding
Aanwijzend voornaamwoord: Die nabloeding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze nabloeding
Wat rijmt er op nabloeding
Oefening van de dag