De of het naambordje?
Het naambordje
Is het de of het naambordje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het naambordje.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: nameplate
Deutsch: Namensschild | Bekijk of het der of die Namensschild is.
Français: plaque | Bekijk of het Le o La plaque is.
Jou of jouw: jouw naambordje
Buigings-e:
Mooi of mooie naambordje
Groot of grote naambordje
Half of halve naambordje
Grappig of grappige naambordje
Leeg of lege naambordje
leuk of leuke naambordje
Vet of vette naambordje
Snel of snelle naambordje
Wit of witte naambordje
Klein of kleine naambordje
Rood of rode naambordje
Dik of dikke naambordje
Oud of oude naambordje
Goed of goede naambordje
Wat rijmt er op naambordje
Elk of elke: Elk naambordje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat naambordje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons naambordje
Wat rijmt er op naambordje
Buigings-e:
Mooi of mooie naambordje
Groot of grote naambordje
Half of halve naambordje
Grappig of grappige naambordje
Leeg of lege naambordje
leuk of leuke naambordje
Vet of vette naambordje
Snel of snelle naambordje
Wit of witte naambordje
Klein of kleine naambordje
Rood of rode naambordje
Dik of dikke naambordje
Oud of oude naambordje
Goed of goede naambordje
Wat rijmt er op naambordje
Elk of elke: Elk naambordje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat naambordje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons naambordje
Wat rijmt er op naambordje
Oefening van de dag