De of het motorgedeelte?
De motorgedeelte
Is het de of het motorgedeelte
In de Nederlandse taal gebruiken wij de motorgedeelte.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: motor unit
Deutsch: Motoreinheit | Bekijk of het der of die Motoreinheit is.
Français: Unité de moteur | Bekijk of het Le o La Unité de moteur is.
Jou of jouw: jouw motorgedeelte
Buigings-e:
Mooi of mooie motorgedeelte
Groot of grote motorgedeelte
Half of halve motorgedeelte
Grappig of grappige motorgedeelte
Leeg of lege motorgedeelte
leuk of leuke motorgedeelte
Vet of vette motorgedeelte
Snel of snelle motorgedeelte
Wit of witte motorgedeelte
Klein of kleine motorgedeelte
Rood of rode motorgedeelte
Dik of dikke motorgedeelte
Oud of oude motorgedeelte
Goed of goede motorgedeelte
Wat rijmt er op motorgedeelte
Elk of elke: Elke motorgedeelte
Aanwijzend voornaamwoord: Die motorgedeelte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze motorgedeelte
Wat rijmt er op motorgedeelte
Buigings-e:
Mooi of mooie motorgedeelte
Groot of grote motorgedeelte
Half of halve motorgedeelte
Grappig of grappige motorgedeelte
Leeg of lege motorgedeelte
leuk of leuke motorgedeelte
Vet of vette motorgedeelte
Snel of snelle motorgedeelte
Wit of witte motorgedeelte
Klein of kleine motorgedeelte
Rood of rode motorgedeelte
Dik of dikke motorgedeelte
Oud of oude motorgedeelte
Goed of goede motorgedeelte
Wat rijmt er op motorgedeelte
Elk of elke: Elke motorgedeelte
Aanwijzend voornaamwoord: Die motorgedeelte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze motorgedeelte
Wat rijmt er op motorgedeelte
Oefening van de dag