De of het kruisbevruchting?
De kruisbevruchting
Is het de of het kruisbevruchting
In de Nederlandse taal gebruiken wij de kruisbevruchting.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: cross-fertilization
Deutsch: Fremdbefruchtung | Bekijk of het der of die Fremdbefruchtung is.
Français: fertilisation croisée | Bekijk of het Le o La fertilisation croisée is.
Jou of jouw: jouw kruisbevruchting
Buigings-e:
Mooi of mooie kruisbevruchting
Groot of grote kruisbevruchting
Half of halve kruisbevruchting
Grappig of grappige kruisbevruchting
Leeg of lege kruisbevruchting
leuk of leuke kruisbevruchting
Vet of vette kruisbevruchting
Snel of snelle kruisbevruchting
Wit of witte kruisbevruchting
Klein of kleine kruisbevruchting
Rood of rode kruisbevruchting
Dik of dikke kruisbevruchting
Oud of oude kruisbevruchting
Goed of goede kruisbevruchting
Wat rijmt er op kruisbevruchting
Elk of elke: Elke kruisbevruchting
Aanwijzend voornaamwoord: Die kruisbevruchting
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kruisbevruchting
Wat rijmt er op kruisbevruchting
Buigings-e:
Mooi of mooie kruisbevruchting
Groot of grote kruisbevruchting
Half of halve kruisbevruchting
Grappig of grappige kruisbevruchting
Leeg of lege kruisbevruchting
leuk of leuke kruisbevruchting
Vet of vette kruisbevruchting
Snel of snelle kruisbevruchting
Wit of witte kruisbevruchting
Klein of kleine kruisbevruchting
Rood of rode kruisbevruchting
Dik of dikke kruisbevruchting
Oud of oude kruisbevruchting
Goed of goede kruisbevruchting
Wat rijmt er op kruisbevruchting
Elk of elke: Elke kruisbevruchting
Aanwijzend voornaamwoord: Die kruisbevruchting
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kruisbevruchting
Wat rijmt er op kruisbevruchting
Oefening van de dag