De of het klokkengelui?
Het klokkengelui
Is het de of het klokkengelui
In de Nederlandse taal gebruiken wij het klokkengelui.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: chimes
Deutsch: Glockenspiel | Bekijk of het der of die Glockenspiel is.
Français: carillons | Bekijk of het Le o La carillons is.
Jou of jouw: jouw klokkengelui
Buigings-e:
Mooi of mooie klokkengelui
Groot of grote klokkengelui
Half of halve klokkengelui
Grappig of grappige klokkengelui
Leeg of lege klokkengelui
leuk of leuke klokkengelui
Vet of vette klokkengelui
Snel of snelle klokkengelui
Wit of witte klokkengelui
Klein of kleine klokkengelui
Rood of rode klokkengelui
Dik of dikke klokkengelui
Oud of oude klokkengelui
Goed of goede klokkengelui
Wat rijmt er op klokkengelui
Elk of elke: Elk klokkengelui
Aanwijzend voornaamwoord: Dat klokkengelui
Bezittelijk voornaamwoord: Ons klokkengelui
Wat rijmt er op klokkengelui
Buigings-e:
Mooi of mooie klokkengelui
Groot of grote klokkengelui
Half of halve klokkengelui
Grappig of grappige klokkengelui
Leeg of lege klokkengelui
leuk of leuke klokkengelui
Vet of vette klokkengelui
Snel of snelle klokkengelui
Wit of witte klokkengelui
Klein of kleine klokkengelui
Rood of rode klokkengelui
Dik of dikke klokkengelui
Oud of oude klokkengelui
Goed of goede klokkengelui
Wat rijmt er op klokkengelui
Elk of elke: Elk klokkengelui
Aanwijzend voornaamwoord: Dat klokkengelui
Bezittelijk voornaamwoord: Ons klokkengelui
Wat rijmt er op klokkengelui
Oefening van de dag
