De of het kansenongelijkheid?
De kansenongelijkheid
Is het de of het kansenongelijkheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de kansenongelijkheid.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: inequality
Deutsch: Ungleichheit | Bekijk of het der of die Ungleichheit is.
Français: inégalité | Bekijk of het Le o La inégalité is.
Jou of jouw: jouw kansenongelijkheid
Buigings-e:
Mooi of mooie kansenongelijkheid
Groot of grote kansenongelijkheid
Half of halve kansenongelijkheid
Grappig of grappige kansenongelijkheid
Leeg of lege kansenongelijkheid
leuk of leuke kansenongelijkheid
Vet of vette kansenongelijkheid
Snel of snelle kansenongelijkheid
Wit of witte kansenongelijkheid
Klein of kleine kansenongelijkheid
Rood of rode kansenongelijkheid
Dik of dikke kansenongelijkheid
Oud of oude kansenongelijkheid
Goed of goede kansenongelijkheid
Wat rijmt er op kansenongelijkheid
Elk of elke: Elke kansenongelijkheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die kansenongelijkheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kansenongelijkheid
Wat rijmt er op kansenongelijkheid
Buigings-e:
Mooi of mooie kansenongelijkheid
Groot of grote kansenongelijkheid
Half of halve kansenongelijkheid
Grappig of grappige kansenongelijkheid
Leeg of lege kansenongelijkheid
leuk of leuke kansenongelijkheid
Vet of vette kansenongelijkheid
Snel of snelle kansenongelijkheid
Wit of witte kansenongelijkheid
Klein of kleine kansenongelijkheid
Rood of rode kansenongelijkheid
Dik of dikke kansenongelijkheid
Oud of oude kansenongelijkheid
Goed of goede kansenongelijkheid
Wat rijmt er op kansenongelijkheid
Elk of elke: Elke kansenongelijkheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die kansenongelijkheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kansenongelijkheid
Wat rijmt er op kansenongelijkheid
Oefening van de dag