De of het judoka?
De judoka
Is het de of het judoka
In de Nederlandse taal gebruiken wij de judoka.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: judoka
Deutsch: Judoka | Bekijk of het der of die Judoka is.
Français: judoka | Bekijk of het Le o La judoka is.
Jou of jouw: jouw judoka
Buigings-e:
Mooi of mooie judoka
Groot of grote judoka
Half of halve judoka
Grappig of grappige judoka
Leeg of lege judoka
leuk of leuke judoka
Vet of vette judoka
Snel of snelle judoka
Wit of witte judoka
Klein of kleine judoka
Rood of rode judoka
Dik of dikke judoka
Oud of oude judoka
Goed of goede judoka
Wat rijmt er op judoka
Elk of elke: Elke judoka
Aanwijzend voornaamwoord: Die judoka
Bezittelijk voornaamwoord: Onze judoka
Wat rijmt er op judoka
Buigings-e:
Mooi of mooie judoka
Groot of grote judoka
Half of halve judoka
Grappig of grappige judoka
Leeg of lege judoka
leuk of leuke judoka
Vet of vette judoka
Snel of snelle judoka
Wit of witte judoka
Klein of kleine judoka
Rood of rode judoka
Dik of dikke judoka
Oud of oude judoka
Goed of goede judoka
Wat rijmt er op judoka
Elk of elke: Elke judoka
Aanwijzend voornaamwoord: Die judoka
Bezittelijk voornaamwoord: Onze judoka
Wat rijmt er op judoka
Oefening van de dag