De of het inzameldoelstelling?

De inzameldoelstelling

Is het de of het inzameldoelstelling

In de Nederlandse taal gebruiken wij de inzameldoelstelling.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: collection objective

Jou of jouw: jouw inzameldoelstelling

Buigings-e:
Mooi of mooie inzameldoelstelling
Groot of grote inzameldoelstelling
Half of halve inzameldoelstelling
Grappig of grappige inzameldoelstelling
Leeg of lege inzameldoelstelling
leuk of leuke inzameldoelstelling
Vet of vette inzameldoelstelling
Snel of snelle inzameldoelstelling
Wit of witte inzameldoelstelling
Klein of kleine inzameldoelstelling
Rood of rode inzameldoelstelling
Dik of dikke inzameldoelstelling
Oud of oude inzameldoelstelling
Goed of goede inzameldoelstelling
Wat rijmt er op inzameldoelstelling

Elk of elke: Elke inzameldoelstelling
Aanwijzend voornaamwoord: Die inzameldoelstelling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inzameldoelstelling
Wat rijmt er op inzameldoelstelling

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat