De of het interaktie?
De interaktie
Is het de of het interaktie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de interaktie.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: interaction
Jou of jouw: jouw interaktie
Buigings-e:
Mooi of mooie interaktie
Groot of grote interaktie
Half of halve interaktie
Grappig of grappige interaktie
Leeg of lege interaktie
leuk of leuke interaktie
Vet of vette interaktie
Snel of snelle interaktie
Wit of witte interaktie
Klein of kleine interaktie
Rood of rode interaktie
Dik of dikke interaktie
Oud of oude interaktie
Goed of goede interaktie
Wat rijmt er op interaktie
Elk of elke: Elke interaktie
Aanwijzend voornaamwoord: Die interaktie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze interaktie
Wat rijmt er op interaktie
Buigings-e:
Mooi of mooie interaktie
Groot of grote interaktie
Half of halve interaktie
Grappig of grappige interaktie
Leeg of lege interaktie
leuk of leuke interaktie
Vet of vette interaktie
Snel of snelle interaktie
Wit of witte interaktie
Klein of kleine interaktie
Rood of rode interaktie
Dik of dikke interaktie
Oud of oude interaktie
Goed of goede interaktie
Wat rijmt er op interaktie
Elk of elke: Elke interaktie
Aanwijzend voornaamwoord: Die interaktie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze interaktie
Wat rijmt er op interaktie
Oefening van de dag