De of het ijsbeer?
De ijsbeer
Is het de of het ijsbeer
In de Nederlandse taal gebruiken wij de ijsbeer.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Ijsbeer is mannelijk
English: polar bear
Deutsch: eisbär | Bekijk of het der of die eisbär is.
Français: ours polaire | Bekijk of het Le o La ours polaire is.
Jou of jouw: jouw ijsbeer
Buigings-e:
Mooi of mooie ijsbeer
Groot of grote ijsbeer
Half of halve ijsbeer
Grappig of grappige ijsbeer
Leeg of lege ijsbeer
leuk of leuke ijsbeer
Vet of vette ijsbeer
Snel of snelle ijsbeer
Wit of witte ijsbeer
Klein of kleine ijsbeer
Rood of rode ijsbeer
Dik of dikke ijsbeer
Oud of oude ijsbeer
Goed of goede ijsbeer
Wat rijmt er op ijsbeer
Elk of elke: Elke ijsbeer
Aanwijzend voornaamwoord: Die ijsbeer
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ijsbeer
Wat rijmt er op ijsbeer
Buigings-e:
Mooi of mooie ijsbeer
Groot of grote ijsbeer
Half of halve ijsbeer
Grappig of grappige ijsbeer
Leeg of lege ijsbeer
leuk of leuke ijsbeer
Vet of vette ijsbeer
Snel of snelle ijsbeer
Wit of witte ijsbeer
Klein of kleine ijsbeer
Rood of rode ijsbeer
Dik of dikke ijsbeer
Oud of oude ijsbeer
Goed of goede ijsbeer
Wat rijmt er op ijsbeer
Elk of elke: Elke ijsbeer
Aanwijzend voornaamwoord: Die ijsbeer
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ijsbeer
Wat rijmt er op ijsbeer
Oefening van de dag