De of het groepsleidster?
De groepsleidster
Is het de of het groepsleidster
In de Nederlandse taal gebruiken wij de groepsleidster.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: group leader
Deutsch: gruppenführer | Bekijk of het der of die gruppenführer is.
Français: chef de groupe | Bekijk of het Le o La chef de groupe is.
Jou of jouw: jouw groepsleidster
Buigings-e:
Mooi of mooie groepsleidster
Groot of grote groepsleidster
Half of halve groepsleidster
Grappig of grappige groepsleidster
Leeg of lege groepsleidster
leuk of leuke groepsleidster
Vet of vette groepsleidster
Snel of snelle groepsleidster
Wit of witte groepsleidster
Klein of kleine groepsleidster
Rood of rode groepsleidster
Dik of dikke groepsleidster
Oud of oude groepsleidster
Goed of goede groepsleidster
Wat rijmt er op groepsleidster
Elk of elke: Elke groepsleidster
Aanwijzend voornaamwoord: Die groepsleidster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze groepsleidster
Wat rijmt er op groepsleidster
Buigings-e:
Mooi of mooie groepsleidster
Groot of grote groepsleidster
Half of halve groepsleidster
Grappig of grappige groepsleidster
Leeg of lege groepsleidster
leuk of leuke groepsleidster
Vet of vette groepsleidster
Snel of snelle groepsleidster
Wit of witte groepsleidster
Klein of kleine groepsleidster
Rood of rode groepsleidster
Dik of dikke groepsleidster
Oud of oude groepsleidster
Goed of goede groepsleidster
Wat rijmt er op groepsleidster
Elk of elke: Elke groepsleidster
Aanwijzend voornaamwoord: Die groepsleidster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze groepsleidster
Wat rijmt er op groepsleidster
Oefening van de dag