De of het geleiden?
Het geleiden
Is het de of het geleiden
In de Nederlandse taal gebruiken wij het geleiden.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: conduct
Deutsch: Verhalten | Bekijk of het der of die Verhalten is.
Français: conduite | Bekijk of het Le o La conduite is.
Jou of jouw: jouw geleiden
Buigings-e:
Mooi of mooie geleiden
Groot of grote geleiden
Half of halve geleiden
Grappig of grappige geleiden
Leeg of lege geleiden
leuk of leuke geleiden
Vet of vette geleiden
Snel of snelle geleiden
Wit of witte geleiden
Klein of kleine geleiden
Rood of rode geleiden
Dik of dikke geleiden
Oud of oude geleiden
Goed of goede geleiden
Wat rijmt er op geleiden
Elk of elke: Elk geleiden
Aanwijzend voornaamwoord: Dat geleiden
Bezittelijk voornaamwoord: Ons geleiden
Wat rijmt er op geleiden
doorgeleiden - voorgeleiden -
Buigings-e:
Mooi of mooie geleiden
Groot of grote geleiden
Half of halve geleiden
Grappig of grappige geleiden
Leeg of lege geleiden
leuk of leuke geleiden
Vet of vette geleiden
Snel of snelle geleiden
Wit of witte geleiden
Klein of kleine geleiden
Rood of rode geleiden
Dik of dikke geleiden
Oud of oude geleiden
Goed of goede geleiden
Wat rijmt er op geleiden
Elk of elke: Elk geleiden
Aanwijzend voornaamwoord: Dat geleiden
Bezittelijk voornaamwoord: Ons geleiden
Wat rijmt er op geleiden
doorgeleiden - voorgeleiden -
Oefening van de dag