De of het gehoorgangsontsteking?
De gehoorgangsontsteking
Is het de of het gehoorgangsontsteking
In de Nederlandse taal gebruiken wij de gehoorgangsontsteking.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: ear canal inflammation
Jou of jouw: jouw gehoorgangsontsteking
Buigings-e:
Mooi of mooie gehoorgangsontsteking
Groot of grote gehoorgangsontsteking
Half of halve gehoorgangsontsteking
Grappig of grappige gehoorgangsontsteking
Leeg of lege gehoorgangsontsteking
leuk of leuke gehoorgangsontsteking
Vet of vette gehoorgangsontsteking
Snel of snelle gehoorgangsontsteking
Wit of witte gehoorgangsontsteking
Klein of kleine gehoorgangsontsteking
Rood of rode gehoorgangsontsteking
Dik of dikke gehoorgangsontsteking
Oud of oude gehoorgangsontsteking
Goed of goede gehoorgangsontsteking
Wat rijmt er op gehoorgangsontsteking
Elk of elke: Elke gehoorgangsontsteking
Aanwijzend voornaamwoord: Die gehoorgangsontsteking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gehoorgangsontsteking
Wat rijmt er op gehoorgangsontsteking
Buigings-e:
Mooi of mooie gehoorgangsontsteking
Groot of grote gehoorgangsontsteking
Half of halve gehoorgangsontsteking
Grappig of grappige gehoorgangsontsteking
Leeg of lege gehoorgangsontsteking
leuk of leuke gehoorgangsontsteking
Vet of vette gehoorgangsontsteking
Snel of snelle gehoorgangsontsteking
Wit of witte gehoorgangsontsteking
Klein of kleine gehoorgangsontsteking
Rood of rode gehoorgangsontsteking
Dik of dikke gehoorgangsontsteking
Oud of oude gehoorgangsontsteking
Goed of goede gehoorgangsontsteking
Wat rijmt er op gehoorgangsontsteking
Elk of elke: Elke gehoorgangsontsteking
Aanwijzend voornaamwoord: Die gehoorgangsontsteking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gehoorgangsontsteking
Wat rijmt er op gehoorgangsontsteking
Oefening van de dag