De of het ervaringskennis?
De ervaringskennis
Is het de of het ervaringskennis
In de Nederlandse taal gebruiken wij de ervaringskennis.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: experiential knowledge
Deutsch: Erfahrungswissen | Bekijk of het der of die Erfahrungswissen is.
Français: savoir expérientiel | Bekijk of het Le o La savoir expérientiel is.
Jou of jouw: jouw ervaringskennis
Buigings-e:
Mooi of mooie ervaringskennis
Groot of grote ervaringskennis
Half of halve ervaringskennis
Grappig of grappige ervaringskennis
Leeg of lege ervaringskennis
leuk of leuke ervaringskennis
Vet of vette ervaringskennis
Snel of snelle ervaringskennis
Wit of witte ervaringskennis
Klein of kleine ervaringskennis
Rood of rode ervaringskennis
Dik of dikke ervaringskennis
Oud of oude ervaringskennis
Goed of goede ervaringskennis
Wat rijmt er op ervaringskennis
Elk of elke: Elke ervaringskennis
Aanwijzend voornaamwoord: Die ervaringskennis
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ervaringskennis
Wat rijmt er op ervaringskennis
Buigings-e:
Mooi of mooie ervaringskennis
Groot of grote ervaringskennis
Half of halve ervaringskennis
Grappig of grappige ervaringskennis
Leeg of lege ervaringskennis
leuk of leuke ervaringskennis
Vet of vette ervaringskennis
Snel of snelle ervaringskennis
Wit of witte ervaringskennis
Klein of kleine ervaringskennis
Rood of rode ervaringskennis
Dik of dikke ervaringskennis
Oud of oude ervaringskennis
Goed of goede ervaringskennis
Wat rijmt er op ervaringskennis
Elk of elke: Elke ervaringskennis
Aanwijzend voornaamwoord: Die ervaringskennis
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ervaringskennis
Wat rijmt er op ervaringskennis
Oefening van de dag