De of het eonomie?
De eonomie
Is het de of het eonomie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de eonomie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: eonomie
Jou of jouw: jouw eonomie
Buigings-e:
Mooi of mooie eonomie
Groot of grote eonomie
Half of halve eonomie
Grappig of grappige eonomie
Leeg of lege eonomie
leuk of leuke eonomie
Vet of vette eonomie
Snel of snelle eonomie
Wit of witte eonomie
Klein of kleine eonomie
Rood of rode eonomie
Dik of dikke eonomie
Oud of oude eonomie
Goed of goede eonomie
Wat rijmt er op eonomie
Elk of elke: Elke eonomie
Aanwijzend voornaamwoord: Die eonomie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze eonomie
Wat rijmt er op eonomie
theonomie - teleonomie -
Buigings-e:
Mooi of mooie eonomie
Groot of grote eonomie
Half of halve eonomie
Grappig of grappige eonomie
Leeg of lege eonomie
leuk of leuke eonomie
Vet of vette eonomie
Snel of snelle eonomie
Wit of witte eonomie
Klein of kleine eonomie
Rood of rode eonomie
Dik of dikke eonomie
Oud of oude eonomie
Goed of goede eonomie
Wat rijmt er op eonomie
Elk of elke: Elke eonomie
Aanwijzend voornaamwoord: Die eonomie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze eonomie
Wat rijmt er op eonomie
theonomie - teleonomie -
Oefening van de dag