De of het dademhaling?
De dademhaling
Is het de of het dademhaling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de dademhaling.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: breathing
Jou of jouw: jouw dademhaling
Buigings-e:
Mooi of mooie dademhaling
Groot of grote dademhaling
Half of halve dademhaling
Grappig of grappige dademhaling
Leeg of lege dademhaling
leuk of leuke dademhaling
Vet of vette dademhaling
Snel of snelle dademhaling
Wit of witte dademhaling
Klein of kleine dademhaling
Rood of rode dademhaling
Dik of dikke dademhaling
Oud of oude dademhaling
Goed of goede dademhaling
Wat rijmt er op dademhaling
Elk of elke: Elke dademhaling
Aanwijzend voornaamwoord: Die dademhaling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dademhaling
Wat rijmt er op dademhaling
Buigings-e:
Mooi of mooie dademhaling
Groot of grote dademhaling
Half of halve dademhaling
Grappig of grappige dademhaling
Leeg of lege dademhaling
leuk of leuke dademhaling
Vet of vette dademhaling
Snel of snelle dademhaling
Wit of witte dademhaling
Klein of kleine dademhaling
Rood of rode dademhaling
Dik of dikke dademhaling
Oud of oude dademhaling
Goed of goede dademhaling
Wat rijmt er op dademhaling
Elk of elke: Elke dademhaling
Aanwijzend voornaamwoord: Die dademhaling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dademhaling
Wat rijmt er op dademhaling
Oefening van de dag