De of het boothuis?
Het boothuis
Is het de of het boothuis
In de Nederlandse taal gebruiken wij het boothuis.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: boathouse
Jou of jouw: jouw boothuis
Buigings-e:
Mooi of mooie boothuis
Groot of grote boothuis
Half of halve boothuis
Grappig of grappige boothuis
Leeg of lege boothuis
leuk of leuke boothuis
Vet of vette boothuis
Snel of snelle boothuis
Wit of witte boothuis
Klein of kleine boothuis
Rood of rode boothuis
Dik of dikke boothuis
Oud of oude boothuis
Goed of goede boothuis
Wat rijmt er op boothuis
Elk of elke: Elk boothuis
Aanwijzend voornaamwoord: Dat boothuis
Bezittelijk voornaamwoord: Ons boothuis
Wat rijmt er op boothuis
Buigings-e:
Mooi of mooie boothuis
Groot of grote boothuis
Half of halve boothuis
Grappig of grappige boothuis
Leeg of lege boothuis
leuk of leuke boothuis
Vet of vette boothuis
Snel of snelle boothuis
Wit of witte boothuis
Klein of kleine boothuis
Rood of rode boothuis
Dik of dikke boothuis
Oud of oude boothuis
Goed of goede boothuis
Wat rijmt er op boothuis
Elk of elke: Elk boothuis
Aanwijzend voornaamwoord: Dat boothuis
Bezittelijk voornaamwoord: Ons boothuis
Wat rijmt er op boothuis
Oefening van de dag