De of het boerencamping?
De boerencamping
Is het de of het boerencamping
In de Nederlandse taal gebruiken wij de boerencamping.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: farm site
Deutsch: Parkstandort | Bekijk of het der of die Parkstandort is.
Français: site de la ferme | Bekijk of het Le o La site de la ferme is.
Jou of jouw: jouw boerencamping
Buigings-e:
Mooi of mooie boerencamping
Groot of grote boerencamping
Half of halve boerencamping
Grappig of grappige boerencamping
Leeg of lege boerencamping
leuk of leuke boerencamping
Vet of vette boerencamping
Snel of snelle boerencamping
Wit of witte boerencamping
Klein of kleine boerencamping
Rood of rode boerencamping
Dik of dikke boerencamping
Oud of oude boerencamping
Goed of goede boerencamping
Wat rijmt er op boerencamping
Elk of elke: Elke boerencamping
Aanwijzend voornaamwoord: Die boerencamping
Bezittelijk voornaamwoord: Onze boerencamping
Wat rijmt er op boerencamping
Buigings-e:
Mooi of mooie boerencamping
Groot of grote boerencamping
Half of halve boerencamping
Grappig of grappige boerencamping
Leeg of lege boerencamping
leuk of leuke boerencamping
Vet of vette boerencamping
Snel of snelle boerencamping
Wit of witte boerencamping
Klein of kleine boerencamping
Rood of rode boerencamping
Dik of dikke boerencamping
Oud of oude boerencamping
Goed of goede boerencamping
Wat rijmt er op boerencamping
Elk of elke: Elke boerencamping
Aanwijzend voornaamwoord: Die boerencamping
Bezittelijk voornaamwoord: Onze boerencamping
Wat rijmt er op boerencamping
Oefening van de dag
