De of het autoconsument?

Het autoconsument

Is het de of het autoconsument

In de Nederlandse taal gebruiken wij het autoconsument.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: car consumers
Deutsch: Auto Verbraucher | Bekijk of het der of die Auto Verbraucher is.
Français: consommateur de voiture | Bekijk of het Le o La consommateur de voiture is.

Jou of jouw: jouw autoconsument

Buigings-e:
Mooi of mooie autoconsument
Groot of grote autoconsument
Half of halve autoconsument
Grappig of grappige autoconsument
Leeg of lege autoconsument
leuk of leuke autoconsument
Vet of vette autoconsument
Snel of snelle autoconsument
Wit of witte autoconsument
Klein of kleine autoconsument
Rood of rode autoconsument
Dik of dikke autoconsument
Oud of oude autoconsument
Goed of goede autoconsument
Wat rijmt er op autoconsument

Elk of elke: Elk autoconsument
Aanwijzend voornaamwoord: Dat autoconsument
Bezittelijk voornaamwoord: Ons autoconsument
Wat rijmt er op autoconsument

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat