De of het ambtwoning?
De ambtwoning
Is het de of het ambtwoning
In de Nederlandse taal gebruiken wij de ambtwoning.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: ambtwoning
Jou of jouw: jouw ambtwoning
Buigings-e:
Mooi of mooie ambtwoning
Groot of grote ambtwoning
Half of halve ambtwoning
Grappig of grappige ambtwoning
Leeg of lege ambtwoning
leuk of leuke ambtwoning
Vet of vette ambtwoning
Snel of snelle ambtwoning
Wit of witte ambtwoning
Klein of kleine ambtwoning
Rood of rode ambtwoning
Dik of dikke ambtwoning
Oud of oude ambtwoning
Goed of goede ambtwoning
Wat rijmt er op ambtwoning
Elk of elke: Elke ambtwoning
Aanwijzend voornaamwoord: Die ambtwoning
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ambtwoning
Wat rijmt er op ambtwoning
Buigings-e:
Mooi of mooie ambtwoning
Groot of grote ambtwoning
Half of halve ambtwoning
Grappig of grappige ambtwoning
Leeg of lege ambtwoning
leuk of leuke ambtwoning
Vet of vette ambtwoning
Snel of snelle ambtwoning
Wit of witte ambtwoning
Klein of kleine ambtwoning
Rood of rode ambtwoning
Dik of dikke ambtwoning
Oud of oude ambtwoning
Goed of goede ambtwoning
Wat rijmt er op ambtwoning
Elk of elke: Elke ambtwoning
Aanwijzend voornaamwoord: Die ambtwoning
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ambtwoning
Wat rijmt er op ambtwoning
Oefening van de dag