De of het zelfontdekking?
De zelfontdekking
Is het de of het zelfontdekking
In de Nederlandse taal gebruiken wij de zelfontdekking.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: self discovery
Jou of jouw: jouw zelfontdekking
Buigings-e:
Mooi of mooie zelfontdekking
Groot of grote zelfontdekking
Half of halve zelfontdekking
Grappig of grappige zelfontdekking
Leeg of lege zelfontdekking
leuk of leuke zelfontdekking
Vet of vette zelfontdekking
Snel of snelle zelfontdekking
Wit of witte zelfontdekking
Klein of kleine zelfontdekking
Rood of rode zelfontdekking
Dik of dikke zelfontdekking
Oud of oude zelfontdekking
Goed of goede zelfontdekking
Wat rijmt er op zelfontdekking
Elk of elke: Elke zelfontdekking
Aanwijzend voornaamwoord: Die zelfontdekking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zelfontdekking
Wat rijmt er op zelfontdekking
Buigings-e:
Mooi of mooie zelfontdekking
Groot of grote zelfontdekking
Half of halve zelfontdekking
Grappig of grappige zelfontdekking
Leeg of lege zelfontdekking
leuk of leuke zelfontdekking
Vet of vette zelfontdekking
Snel of snelle zelfontdekking
Wit of witte zelfontdekking
Klein of kleine zelfontdekking
Rood of rode zelfontdekking
Dik of dikke zelfontdekking
Oud of oude zelfontdekking
Goed of goede zelfontdekking
Wat rijmt er op zelfontdekking
Elk of elke: Elke zelfontdekking
Aanwijzend voornaamwoord: Die zelfontdekking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zelfontdekking
Wat rijmt er op zelfontdekking
Oefening van de dag