De of het zakenjubileum?
Het zakenjubileum
Is het de of het zakenjubileum
In de Nederlandse taal gebruiken wij het zakenjubileum.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Business jubilee
Jou of jouw: jouw zakenjubileum
Buigings-e:
Mooi of mooie zakenjubileum
Groot of grote zakenjubileum
Half of halve zakenjubileum
Grappig of grappige zakenjubileum
Leeg of lege zakenjubileum
leuk of leuke zakenjubileum
Vet of vette zakenjubileum
Snel of snelle zakenjubileum
Wit of witte zakenjubileum
Klein of kleine zakenjubileum
Rood of rode zakenjubileum
Dik of dikke zakenjubileum
Oud of oude zakenjubileum
Goed of goede zakenjubileum
Wat rijmt er op zakenjubileum
Elk of elke: Elk zakenjubileum
Aanwijzend voornaamwoord: Dat zakenjubileum
Bezittelijk voornaamwoord: Ons zakenjubileum
Wat rijmt er op zakenjubileum
Buigings-e:
Mooi of mooie zakenjubileum
Groot of grote zakenjubileum
Half of halve zakenjubileum
Grappig of grappige zakenjubileum
Leeg of lege zakenjubileum
leuk of leuke zakenjubileum
Vet of vette zakenjubileum
Snel of snelle zakenjubileum
Wit of witte zakenjubileum
Klein of kleine zakenjubileum
Rood of rode zakenjubileum
Dik of dikke zakenjubileum
Oud of oude zakenjubileum
Goed of goede zakenjubileum
Wat rijmt er op zakenjubileum
Elk of elke: Elk zakenjubileum
Aanwijzend voornaamwoord: Dat zakenjubileum
Bezittelijk voornaamwoord: Ons zakenjubileum
Wat rijmt er op zakenjubileum
Oefening van de dag
