De of het vrijgezel?
De vrijgezel
Is het de of het vrijgezel
In de Nederlandse taal gebruiken wij de vrijgezel.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Vrijgezel is mannelijk
English: bachelor
Deutsch: Junggeselle | Bekijk of het der of die Junggeselle is.
Français: célibataire | Bekijk of het Le o La célibataire is.
Jou of jouw: jouw vrijgezel
Buigings-e:
Mooi of mooie vrijgezel
Groot of grote vrijgezel
Half of halve vrijgezel
Grappig of grappige vrijgezel
Leeg of lege vrijgezel
leuk of leuke vrijgezel
Vet of vette vrijgezel
Snel of snelle vrijgezel
Wit of witte vrijgezel
Klein of kleine vrijgezel
Rood of rode vrijgezel
Dik of dikke vrijgezel
Oud of oude vrijgezel
Goed of goede vrijgezel
Wat rijmt er op vrijgezel
Elk of elke: Elke vrijgezel
Aanwijzend voornaamwoord: Die vrijgezel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vrijgezel
Wat rijmt er op vrijgezel
Buigings-e:
Mooi of mooie vrijgezel
Groot of grote vrijgezel
Half of halve vrijgezel
Grappig of grappige vrijgezel
Leeg of lege vrijgezel
leuk of leuke vrijgezel
Vet of vette vrijgezel
Snel of snelle vrijgezel
Wit of witte vrijgezel
Klein of kleine vrijgezel
Rood of rode vrijgezel
Dik of dikke vrijgezel
Oud of oude vrijgezel
Goed of goede vrijgezel
Wat rijmt er op vrijgezel
Elk of elke: Elke vrijgezel
Aanwijzend voornaamwoord: Die vrijgezel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vrijgezel
Wat rijmt er op vrijgezel
Oefening van de dag