De of het vervoeren?
Het vervoeren
Is het de of het vervoeren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het vervoeren.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: transport
Deutsch: Verkehr | Bekijk of het der of die Verkehr is.
Français: transport | Bekijk of het Le o La transport is.
Jou of jouw: jouw vervoeren
Buigings-e:
Mooi of mooie vervoeren
Groot of grote vervoeren
Half of halve vervoeren
Grappig of grappige vervoeren
Leeg of lege vervoeren
leuk of leuke vervoeren
Vet of vette vervoeren
Snel of snelle vervoeren
Wit of witte vervoeren
Klein of kleine vervoeren
Rood of rode vervoeren
Dik of dikke vervoeren
Oud of oude vervoeren
Goed of goede vervoeren
Wat rijmt er op vervoeren
Elk of elke: Elk vervoeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat vervoeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons vervoeren
Wat rijmt er op vervoeren
overvoeren -
Buigings-e:
Mooi of mooie vervoeren
Groot of grote vervoeren
Half of halve vervoeren
Grappig of grappige vervoeren
Leeg of lege vervoeren
leuk of leuke vervoeren
Vet of vette vervoeren
Snel of snelle vervoeren
Wit of witte vervoeren
Klein of kleine vervoeren
Rood of rode vervoeren
Dik of dikke vervoeren
Oud of oude vervoeren
Goed of goede vervoeren
Wat rijmt er op vervoeren
Elk of elke: Elk vervoeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat vervoeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons vervoeren
Wat rijmt er op vervoeren
overvoeren -
Oefening van de dag