De of het tuinbevloeiing?
De tuinbevloeiing
Is het de of het tuinbevloeiing
In de Nederlandse taal gebruiken wij de tuinbevloeiing.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: garden irrigation
Jou of jouw: jouw tuinbevloeiing
Buigings-e:
Mooi of mooie tuinbevloeiing
Groot of grote tuinbevloeiing
Half of halve tuinbevloeiing
Grappig of grappige tuinbevloeiing
Leeg of lege tuinbevloeiing
leuk of leuke tuinbevloeiing
Vet of vette tuinbevloeiing
Snel of snelle tuinbevloeiing
Wit of witte tuinbevloeiing
Klein of kleine tuinbevloeiing
Rood of rode tuinbevloeiing
Dik of dikke tuinbevloeiing
Oud of oude tuinbevloeiing
Goed of goede tuinbevloeiing
Wat rijmt er op tuinbevloeiing
Elk of elke: Elke tuinbevloeiing
Aanwijzend voornaamwoord: Die tuinbevloeiing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze tuinbevloeiing
Wat rijmt er op tuinbevloeiing
Buigings-e:
Mooi of mooie tuinbevloeiing
Groot of grote tuinbevloeiing
Half of halve tuinbevloeiing
Grappig of grappige tuinbevloeiing
Leeg of lege tuinbevloeiing
leuk of leuke tuinbevloeiing
Vet of vette tuinbevloeiing
Snel of snelle tuinbevloeiing
Wit of witte tuinbevloeiing
Klein of kleine tuinbevloeiing
Rood of rode tuinbevloeiing
Dik of dikke tuinbevloeiing
Oud of oude tuinbevloeiing
Goed of goede tuinbevloeiing
Wat rijmt er op tuinbevloeiing
Elk of elke: Elke tuinbevloeiing
Aanwijzend voornaamwoord: Die tuinbevloeiing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze tuinbevloeiing
Wat rijmt er op tuinbevloeiing
Oefening van de dag