De of het trajectbegeleding?

De trajectbegeleding

Is het de of het trajectbegeleding

In de Nederlandse taal gebruiken wij de trajectbegeleding.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: route guidance

Jou of jouw: jouw trajectbegeleding

Buigings-e:
Mooi of mooie trajectbegeleding
Groot of grote trajectbegeleding
Half of halve trajectbegeleding
Grappig of grappige trajectbegeleding
Leeg of lege trajectbegeleding
leuk of leuke trajectbegeleding
Vet of vette trajectbegeleding
Snel of snelle trajectbegeleding
Wit of witte trajectbegeleding
Klein of kleine trajectbegeleding
Rood of rode trajectbegeleding
Dik of dikke trajectbegeleding
Oud of oude trajectbegeleding
Goed of goede trajectbegeleding
Wat rijmt er op trajectbegeleding

Elk of elke: Elke trajectbegeleding
Aanwijzend voornaamwoord: Die trajectbegeleding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze trajectbegeleding
Wat rijmt er op trajectbegeleding

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat