De of het tijdstip?
Het tijdstip
Is het de of het tijdstip
In de Nederlandse taal gebruiken wij het tijdstip.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Bekijk hier de betekenis van tijdstip
Meervoud: tijdstippen
Deutsch: Zeitpunkt | Bekijk of het der of die Zeitpunkt is.
Français: point de temps | Bekijk of het Le o La point de temps is.
Jou of jouw: jouw tijdstip
Buigings-e:
Mooi of mooie tijdstip
Groot of grote tijdstip
Half of halve tijdstip
Grappig of grappige tijdstip
Leeg of lege tijdstip
leuk of leuke tijdstip
Vet of vette tijdstip
Snel of snelle tijdstip
Wit of witte tijdstip
Klein of kleine tijdstip
Rood of rode tijdstip
Dik of dikke tijdstip
Oud of oude tijdstip
Goed of goede tijdstip
Wat rijmt er op tijdstip
Elk of elke: Elk tijdstip
Aanwijzend voornaamwoord: Dat tijdstip
Bezittelijk voornaamwoord: Ons tijdstip
Wat rijmt er op tijdstip
monsternemingstijdstip - aanvangstijdstip - bemonsteringstijdstip -
Buigings-e:
Mooi of mooie tijdstip
Groot of grote tijdstip
Half of halve tijdstip
Grappig of grappige tijdstip
Leeg of lege tijdstip
leuk of leuke tijdstip
Vet of vette tijdstip
Snel of snelle tijdstip
Wit of witte tijdstip
Klein of kleine tijdstip
Rood of rode tijdstip
Dik of dikke tijdstip
Oud of oude tijdstip
Goed of goede tijdstip
Wat rijmt er op tijdstip
Elk of elke: Elk tijdstip
Aanwijzend voornaamwoord: Dat tijdstip
Bezittelijk voornaamwoord: Ons tijdstip
Wat rijmt er op tijdstip
monsternemingstijdstip - aanvangstijdstip - bemonsteringstijdstip -
Oefening van de dag