De of het terugkijktermijn?

De terugkijktermijn

Is het de of het terugkijktermijn

In de Nederlandse taal gebruiken wij de terugkijktermijn.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: look back period

Jou of jouw: jouw terugkijktermijn

Buigings-e:
Mooi of mooie terugkijktermijn
Groot of grote terugkijktermijn
Half of halve terugkijktermijn
Grappig of grappige terugkijktermijn
Leeg of lege terugkijktermijn
leuk of leuke terugkijktermijn
Vet of vette terugkijktermijn
Snel of snelle terugkijktermijn
Wit of witte terugkijktermijn
Klein of kleine terugkijktermijn
Rood of rode terugkijktermijn
Dik of dikke terugkijktermijn
Oud of oude terugkijktermijn
Goed of goede terugkijktermijn
Wat rijmt er op terugkijktermijn

Elk of elke: Elke terugkijktermijn
Aanwijzend voornaamwoord: Die terugkijktermijn
Bezittelijk voornaamwoord: Onze terugkijktermijn
Wat rijmt er op terugkijktermijn

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat