De of het tafeldekking?
De tafeldekking
Is het de of het tafeldekking
In de Nederlandse taal gebruiken wij de tafeldekking.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: table cover
Jou of jouw: jouw tafeldekking
Buigings-e:
Mooi of mooie tafeldekking
Groot of grote tafeldekking
Half of halve tafeldekking
Grappig of grappige tafeldekking
Leeg of lege tafeldekking
leuk of leuke tafeldekking
Vet of vette tafeldekking
Snel of snelle tafeldekking
Wit of witte tafeldekking
Klein of kleine tafeldekking
Rood of rode tafeldekking
Dik of dikke tafeldekking
Oud of oude tafeldekking
Goed of goede tafeldekking
Wat rijmt er op tafeldekking
Elk of elke: Elke tafeldekking
Aanwijzend voornaamwoord: Die tafeldekking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze tafeldekking
Wat rijmt er op tafeldekking
Buigings-e:
Mooi of mooie tafeldekking
Groot of grote tafeldekking
Half of halve tafeldekking
Grappig of grappige tafeldekking
Leeg of lege tafeldekking
leuk of leuke tafeldekking
Vet of vette tafeldekking
Snel of snelle tafeldekking
Wit of witte tafeldekking
Klein of kleine tafeldekking
Rood of rode tafeldekking
Dik of dikke tafeldekking
Oud of oude tafeldekking
Goed of goede tafeldekking
Wat rijmt er op tafeldekking
Elk of elke: Elke tafeldekking
Aanwijzend voornaamwoord: Die tafeldekking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze tafeldekking
Wat rijmt er op tafeldekking
Oefening van de dag