De of het studentenbevolking?
De studentenbevolking
Is het de of het studentenbevolking
In de Nederlandse taal gebruiken wij de studentenbevolking.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: student population
Deutsch: Studentenzahl | Bekijk of het der of die Studentenzahl is.
Français: population étudiante | Bekijk of het Le o La population étudiante is.
Jou of jouw: jouw studentenbevolking
Buigings-e:
Mooi of mooie studentenbevolking
Groot of grote studentenbevolking
Half of halve studentenbevolking
Grappig of grappige studentenbevolking
Leeg of lege studentenbevolking
leuk of leuke studentenbevolking
Vet of vette studentenbevolking
Snel of snelle studentenbevolking
Wit of witte studentenbevolking
Klein of kleine studentenbevolking
Rood of rode studentenbevolking
Dik of dikke studentenbevolking
Oud of oude studentenbevolking
Goed of goede studentenbevolking
Wat rijmt er op studentenbevolking
Elk of elke: Elke studentenbevolking
Aanwijzend voornaamwoord: Die studentenbevolking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze studentenbevolking
Wat rijmt er op studentenbevolking
Buigings-e:
Mooi of mooie studentenbevolking
Groot of grote studentenbevolking
Half of halve studentenbevolking
Grappig of grappige studentenbevolking
Leeg of lege studentenbevolking
leuk of leuke studentenbevolking
Vet of vette studentenbevolking
Snel of snelle studentenbevolking
Wit of witte studentenbevolking
Klein of kleine studentenbevolking
Rood of rode studentenbevolking
Dik of dikke studentenbevolking
Oud of oude studentenbevolking
Goed of goede studentenbevolking
Wat rijmt er op studentenbevolking
Elk of elke: Elke studentenbevolking
Aanwijzend voornaamwoord: Die studentenbevolking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze studentenbevolking
Wat rijmt er op studentenbevolking
Oefening van de dag