De of het strandbebouwing?

De strandbebouwing

Is het de of het strandbebouwing

In de Nederlandse taal gebruiken wij de strandbebouwing.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: beachbuilding

Jou of jouw: jouw strandbebouwing

Buigings-e:
Mooi of mooie strandbebouwing
Groot of grote strandbebouwing
Half of halve strandbebouwing
Grappig of grappige strandbebouwing
Leeg of lege strandbebouwing
leuk of leuke strandbebouwing
Vet of vette strandbebouwing
Snel of snelle strandbebouwing
Wit of witte strandbebouwing
Klein of kleine strandbebouwing
Rood of rode strandbebouwing
Dik of dikke strandbebouwing
Oud of oude strandbebouwing
Goed of goede strandbebouwing
Wat rijmt er op strandbebouwing

Elk of elke: Elke strandbebouwing
Aanwijzend voornaamwoord: Die strandbebouwing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze strandbebouwing
Wat rijmt er op strandbebouwing

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat