De of het strafwerk?
Het strafwerk
Is het de of het strafwerk
In de Nederlandse taal gebruiken wij het strafwerk.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: imposition
Deutsch: Auferlegung | Bekijk of het der of die Auferlegung is.
Français: imposition | Bekijk of het Le o La imposition is.
Jou of jouw: jouw strafwerk
Buigings-e:
Mooi of mooie strafwerk
Groot of grote strafwerk
Half of halve strafwerk
Grappig of grappige strafwerk
Leeg of lege strafwerk
leuk of leuke strafwerk
Vet of vette strafwerk
Snel of snelle strafwerk
Wit of witte strafwerk
Klein of kleine strafwerk
Rood of rode strafwerk
Dik of dikke strafwerk
Oud of oude strafwerk
Goed of goede strafwerk
Wat rijmt er op strafwerk
Elk of elke: Elk strafwerk
Aanwijzend voornaamwoord: Dat strafwerk
Bezittelijk voornaamwoord: Ons strafwerk
Wat rijmt er op strafwerk
Buigings-e:
Mooi of mooie strafwerk
Groot of grote strafwerk
Half of halve strafwerk
Grappig of grappige strafwerk
Leeg of lege strafwerk
leuk of leuke strafwerk
Vet of vette strafwerk
Snel of snelle strafwerk
Wit of witte strafwerk
Klein of kleine strafwerk
Rood of rode strafwerk
Dik of dikke strafwerk
Oud of oude strafwerk
Goed of goede strafwerk
Wat rijmt er op strafwerk
Elk of elke: Elk strafwerk
Aanwijzend voornaamwoord: Dat strafwerk
Bezittelijk voornaamwoord: Ons strafwerk
Wat rijmt er op strafwerk
Oefening van de dag